We leven in een tijd van weersextremen. In Nederland is het koud en nat, terwijl de warmste maand ooit in de geschiedenis van de mensheid is gemeten. Het huidige weer brengt ons in verwarring.
Een zeldzame zomerstorm boven Scandinavië kwam na de bosbranden in onder andere Griekenland, hoosbuien in Slovenië en extreme temperaturen in China, Azië, Zuid-Europa en Amerika. Volgens het KNMI ontstaat het meeste plaatselijke weer nog door een samenloop van omstandigheden, maar in de klimaatverandering op aarde die als een constante doorgaat speelt de mens een grote rol. Welke rol speelt de mens dan? En hoe komt de mens aan deze rol?
Het Westen is sterk door de joods-christelijk traditie beïnvloedt en dan kom je al gauw uit bij het boek Genesis als het gaat om de plek die de mens heeft gekregen en later opgeëist. Er zijn mensen die de diepste oorzaak van de klimaatcrisis ook zoeken in de Bijbel. Dan bedoelen ze niet Gods plan met de aarde, maar de invloed van de scheppingsverhalen uit Genesis op onze cultuur.
In het eerste scheppingsverhaal wordt de mens neergezet als heerser over de schepping (Genesis 1:26-28). De mens krijgt als kroon op de schepping een grote verantwoordelijkheid. Er mag geheerst worden over plant en dier. Heersen is echter overheersen geworden, terwijl ten diepste bedoeld is als evenbeeld van God lijken op ‘de Heer’. Heersen is ‘Heer-zijn’. Dat laatste betekent ten diepste dienaar zijn. Mens zijn, heersen over alles wat op aarde is, is een verantwoordelijkheid op de wijze waarop God heerst. Gods heersen wordt getekend door de werkwoorden scheppen en dienen. Scheppen is maken, maar vooral het temmen van de wildernis, die de natuur kan zijn, om ruimte te maken om te leven. Dit heersen van God wordt ook gekleurd door het werkwoord dienen. ‘Ik ben niet gekomen om te heersen, maar om te dienen’, zegt Jezus. Het ware heersen begint met het besef van dienstbaarheid zegt Jezus. Het heersen van de mens is in de loop van de geschiedenis losgeraakt van het scheppen en dienen. Als dat niet gebeurd, slaat het om in overheersen. Zoals nu blijkt, leidt dat tot een terugkeer naar een nieuwe wildernis. De aparte plaats van de mens in de schepping heeft ons veel goeds gebracht, maar lijkt nu om te slaan in het tegendeel.
Het temmen van de wildernis komt ook terug in het tweede scheppingsverhaal (Genesis 2 en 3) als de mens de opdracht ontvangt om te bewerken en te bewaren. Dat is nog meer een cultuuropdracht om de schepping niet te laten verwilderen. In dit tweede verhaal valt de mens ook door als God te willen zijn en krijgt de natuur iets dubbelzinnigs (Genesis 3: 14-17). Baren wordt pijnlijk, distels kunnen graan verdringen en de aarde die de mens ook buiten de hof moet bewerken, wordt weerbarstig. De voedselproductie gaat niet meer vanzelf. De harmonie tussen mens en dier is verdwenen en dieren kunnen met recht voor de mens vrezen. Na de zondvloed is het niet anders en er volgt een zevenvoudige verbondssluiting tussen God en zijn schepping om die schepping te beschermen.
In het tijdschrift ‘Met andere woorden’ (oktober 2022 -Nederlands Bijbelgenootschap) legt milieu-wetenschapper Jan Boersma op prachtige wijze uit dat zo in de Bijbel een tweedeling ontstaat tussen de door de mens bewerkte en de ongerepte natuur. Tussen aan de ene kant de wijngaard, de tuin, een kudde schapen met een herder, een boer die zijn akker ploegt en aan de andere kant de roofdieren, de giftige planten, de storm op het meer en de droogte in de woestijn. Het gaat om de ‘mensvriendelijke’ en de ‘wilde’ natuur. De ‘mensvriendelijke’ natuur doet mee in het houden van de sabbath, is voorbeeld van Gods handelen en zingt de lofzang samen met de mens. Met de ‘wilde’ natuur is het anders. Leeuw en beer worden door David als herder gedood. Soms wordt de ‘wilde’ natuur nog als beeld voor God gebruikt (de adelaarsvleugelen), maar het bedreigende karakter verliest de wildernis pas in de profetie van de profeet Jesaja als in de toekomst leeuw en lam tezamen in vrede leven en de woestijn zal bloeien als een roos. De ‘wilde’ natuur moet uiteindelijk of op afstand gehouden of door de mens getemd worden.
Om die opdracht te volbrengen veranderde de mens zelf van jager en verzamelaar naar boer, herder en tuinman. Naar het evenbeeld van God. In de loop der eeuwen betekende dit dat giftige planten, wilde dieren en onbruikbaar land werden terug gedrongen. We hebben als mensen zo in de loop der eeuwen vooruitgang geboekt en flinke stappen voorwaarts gemaakt door wetenschap en techniek. Een goede gezondheidszorg en voedsel voor iedereen behoren nu zelfs tot de mogelijkheden.
De ‘wilde’ natuur is echter zo ver terug gedrongen dat we bang zijn geworden deze totaal te verliezen. Er heeft in onze tijd een omkering in onze kijk op de natuur plaatsgevonden. We willen en kunnen de ‘wilde’ natuur niet helemaal verliezen en zijn deze gaan beschermen. Het Wereld Natuurfonds werd opgericht. Word lid. De wolf mag als beschermde diersoort niet dood geschoten worden en op de walvis mag in principe niet meer gejaagd worden. Het niet kunnen doodschieten van de wolf staat ter discussie en sommige landen blijven jagen op walvissen. Maar we gaan nu naar natuurparken om de ‘echte’ natuur nog te kunnen zien. Giraffen, olifanten, leeuwen, beren en bizons. Ondertussen is er in onze bewoonde wereld, de menselijke cultuur, door klimaatverandering een nieuw soort wildernis ontstaan. Overstromingen en bosbranden. Ze zijn haast niet te temmen. Weersextremen. Ik begon ermee. Het moet anders met de mens. De mens zal zich moeten bezinnen op zijn eigen rol in de schepping. De schepping als geheel is door toedoen van de mens aan het kantelen. Er ontstaat onmiskenbaar een nieuwe wildernis en er zal een nieuw evenwicht moeten komen tussen mens en natuur.
Op zondag 15 oktober wordt er in de Vredehorst een muzikale dienst gehouden over de schepping van God en de rol van de mens in de natuur. In aansluiting op de herbezinning die er in de kerken plaatsvindt. De Bijbel wordt opnieuw ‘groen’ gelezen, er is zelfs een groene Bijbel gekomen en een ecologische theologie ontstaan. De woorden heersen, scheppen, dienen, bewerken en bewaren krijgen een nieuwe lading. Dit lijkt me hoogstnoodzakelijk voor onze kinderen en kleinkinderen.
“In zeven stappen naar een nieuwe schepping” is het thema van de dienst op zondag 15 oktober. Een projectkoor gaat drie liederen zingen. The Lord is my Light van het Oslo Gospel Choir. Een gospel waarin God bezongen wordt als het Licht dat voor ons uit gaat en bescherming biedt. Here comes the sun van The Beatles. Dit lied is destijds geschreven door George Harrison en heeft niet zozeer een diepere betekenis. De zon geeft warmte, fleurt ons op, maakt vrolijk ondanks de gevaren die er nu dreigen. What a wonderful world van Louis Armstrong in een arrangement van Mark Hayes. Dit laatste lied gaat over de verwondering en de schoonheid van de schepping. De Vredehorstband en een blazersensemble verlenen hun medewerking.
Voor opgave en informatie voor en over het projectkoor. Zoek contact met Aliena van Dalen (aliena.vandalen@gmail.com en/of 06 10712448)